home

No Easy Victories: African Liberation and American Activists over a Half Century, 1950-2000

Edited by William Minter,
Gail Hovey, and Charles Cobb Jr.
Published by Africa World Press.
Order through this website at $25.50 (15% discount)!
paypal | print a form to mail

Reviews

Apr 18, 2008 - David Hostetter in H-SAfrica
" Publication of this book comes at a moment when a leading contender for the American presidency is the offspring of one of the Kenyan students who studied in the United States through the efforts of the African-American Student Foundation directed by ACOA activist Cora Weiss. Barack Obama's first foray into political activism, which he recounts in his autobiography, came when he spoke at an anti-apartheid demonstration during his undergraduate days. "
Mar 29, 2008 - Wim Bossema in De Volkskrant - Dutch | English
"Probably more Americans than ever are doing something for Africa. ... Many African immigrants are active. ... Solidarity between Africa and the United States is not going away. "
Jan 30, 2008 - Gerald Horne in H-SAfrica
"This is a remarkable and often insightful collection of essays and reflections ... It belongs in every library in Africa--and, most of all, in South Africa. Still, in its very strength it exposes an entire realm of research that has yet to be completed."
Jan 23, 2008 - Gerry Canavan in Independent Weekly
"Most of all the book is a testament not to the influence of politicians or nation-states but to the power of individuals themselves, to the everyday activists and nongovernmental organizations who made and continue to make an impact in the struggle for liberation across the globe."
Winter 2007/2008 - Bill Bigelow in Rethinking Schools
"Unearths a too-often-neglected history of grassroots U.S. solidarity and anti-racist activism. Short sections that focus on individual activists are easily excerpted for classroom use."

Review English

Solidariteit met Afrika zou toch een mooi thema zijn voor Obama

Wim Bossema

De Volkskrant
http://www.volkskrant.nl
Zaterdag 29 Maart 2008

In het jaar waarin een halve Keniaan, Barack Obama, hoge ogen gooit in de voorverkiezingen voor de Democratische presidentskandidaat, is een boek over een halve eeuw warme betrekkingen tussen Amerikaanse activisten en Afrikaanse vrijheidsbewegingen goed getimed. Zou je zeggen. Maar Obama laat het onderwerp niet erg leven, zegt een van de samenstellers van het boek, William Minter, tijdens een kort bezoek aan Amsterdam. Al hoort hij, als blanke Afrika-actieveteraan, tot de fans van Obama en begrijpt hij wel dat Amerikaanse sociale onderwerpen en Irak voorrang krijgen, toch vindt hij het jammer dat solidariteit met de Afrikanen zo weinig speelt.

Obama hield deze maand natuurlijk wel zijn nu al legendarische race speech, zijn rassenrede, al klinkt dat in het Nederlands toch net wat onprettiger. Maar dat moest hij wel doen om zich te distantiëren van rancuneuze, anti-blanke uitspraken van zijn huisdominee. Obama oogstte bewondering door deze Jeremiah Wright niet te verloochenen, terwijl hij toch sommige uitspraken onomwonden verwierp. Hij maakte een vergelijking met zijn blanke oma die racistische opmerkingen over zwarten placht te maken, maar die toch altijd zijn lieve oma bleef. Voor-tegen, zo eenvoudig is het leven niet, is Obama's boodschap. En zeker in rassenrelaties is alles paradoxaal, daar is zijn eigen stamboom een mooi voorbeeld van. Zelfs van beroep cynische columnisten waren onder de indruk; slechts weinigen stoorden zich dit keer aan de zalvende ondertoon van Obama's redenaarskunst, deels afgekeken van die dominee Wright.

Maar waar was Afrika in dit verhaal? Obama is helemaal geen nazaat van een plantageslaaf. Hij heeft weinig gemeen met Wright. De geschiedenis van de zwarte burgerrechtenbeweging zit niet in zijn familie. Eigenlijk is dat diepe inzicht, dat doorleefde gevoel waarmee zijn rassenrede is doordrenkt, de visie van een buitenstaander. En ook weer niet, want Amerikaanse negers (zoals ze in de jaren vijftig heetten) en Afrikanen hebben een lange band, ook vol tegenstrijdige emoties.

Nelson Mandela schreef een voorwoordje in No Easy Victories en merkt op dat de strijd tegen de apartheid veel te danken heeft aan de actiegroepen in de VS, maar dat de Amerikaanse zwarte burgerrechtenbeweging evenzeer inspiratie putte uit acties in Zuid- Afrika. Mandela heeft recht van spreken, hij is nog een van de weinige Afrikaanse leiders die internationaal groot aanzien genieten.

In de jaren vijftig en zestig waren dat er veel meer. In het boek komen ze voorbij: Kwame Nkrumah (Ghana), Tom Mboya (Kenia), Julius Nyerere (Tanzania), en een stoet andere jonge leiders die hun koloniën naar onafhankelijkheid leidden en voordien vaak een tijdje op Amerikaanse universiteiten studeerden. Daar wekten ze enthousiasme en er groeide een solidariteitsbeweging.

Minter was een van die aangestoken Amerikaanse studenten en hij trok in de jaren zestig naar Tanzania om les te geven aan een school van de Mozambikaanse bevrijdingsbeweging Frelimo. Hij begint zijn overzichtsartikel in het boek met de moord met een bombrief op Frelimo's leider, Eduardo Mondlane, in 1969. Kort daarvoor had Mondlane Minter uitgezwaaid op het vliegveld. Politieke moorden tekenden Minters engagement en dat van velen rondom hem. In Afrika werden, onder velen, vermoord: Steve Biko, Ruth First en Amilcar Cabral (de invloedrijke leider en denker uit Kaapverdië en Guinee-Bissau aan wie de titel van het boek is ontleend: 'Lieg niet, verkondig geen gemakkelijke overwinningen', hield hij zijn guerrillastrijders voor); in de VS: Martin Luther King, Malcolm X, Medgar Evers.

In het boek staat een foto van de kist met Mondlane boven het graf, een boze Tanzaniaanse president Nyerere met gevouwen armen, en een verslagen weduwe met drie jonge kinderen. Janet Mondlane is een blanke Amerikaanse.

Het is een vergeten geschiedenis in de VS, stelt Minter vast. Zuid- Afrika slokte alle aandacht op. Eerst bood het Afrikaans Nationaal Congres van Mandela een lichtend voorbeeld van een multiraciale beweging die aanvankelijk, leek het, met succes de rassenwetgeving en discriminatie bestreed met geweldloze middelen. In die tijd zat de rassenkwestie in de VS muurvast en was de eens zo populaire zanger en voorvechter van rassengelijkheid Paul Robeson als communist gebrandmerkt.

Toen de blanke minderheidsregering in Zuid-Afrika hard ingreep, Mandela en de zijnen in de cel zette en een bloedbad in Sharpeville aanrichtte, werden de rollen omgedraaid. Zo week de Zuid- Afrikaanse zangeres Miriam Makeba uit naar de VS, waar ze met protestliederen enorm populair werd in een tijd dat de zwarte burgerrechtenbeweging daar succes kreeg.

Makeba trouwde met de Amerikaanse zwarte studentenleider Stokeley Carmichael. Het controversiële paar ontvluchtte het verhitte politieke klimaat in de VS en ging wonen in Afrika, in Guinee- Conacry, waar Sékou Touré een bewind voerde dat als links te boek stond. In werkelijkheid was het een nogal verstikkende dictatuur en Makeba en Carmichael, die zich de Afrikaanse naam Kwame Ture had aangemeten, raakten politiek geheel uit beeld. Navrant.

In de jaren tachtig kwam Zuid- Afrika terug in beeld voor de Amerikanen. Dit was de tijd van de opstanden in de townships, de brede burgerbeweging onder leiding van onder anderen bisschop Tutu en de campagne in de VS en Europa voor sancties tegen het apartheidsbewind. Er waren popconcerten en de Free Mandela Campaign. Met president Reagan aan het bewind, die het apartheidsbewind steunde in alles, besloten de Amerikaanse actiegroepen het Amerikaanse bedrijfsleven onder druk te zetten. Dat werd een van de meest geslaagde campagnes uit de geschiedenis: het terugtrekken van Amerikaanse investeringen uit Zuid-Afrika, en de dreiging van meer, geldt nu als belangrijkste reden waarom president De Klerk inzag dat de dagen van de apartheid waren geteld.

De vrije Mandela kreeg een heldenontvangst in Amerika, in 1990 nog met Winnie (in de VS van Oprah zeer populair). Maar daarna verdween Afrika weer uit zicht, volgens Minter. Alleen drama's en falen kwamen in het nieuws: genocide in Rwanda, Somalië, Darfur. De solidariteitsbeweging met Afrika heeft nu een koepel, AfricaAction.org, maar is verder in plaatselijke groepen versplinterd.

Misschien niet erg, vindt Minter. Waarschijnlijk doen meer Amerikanen dan ooit iets voor Afrika, vooral ook in kerkelijke groepen. Veel Afrikaanse immigranten doen mee. 'Wist je dat er tienduizend Nigeriaanse artsen in de VS werken?' En zijn uitgever komt uit Eritrea. De solidariteit tussen Afrika en de VS is niet stuk te krijgen. Daar zou Obama best iets mee kunnen doen.



This page is part of the No Easy Victories website.